Multinationaal

EU - Mobiliteit van kunstenaars en culturele werkers

Internationale mobiliteit van kunstenaars en culturele werkers is een belangrijk item binnen het Europese culturele beleid. Het maakt al deel uit van het officiële Cultuurprogramma sinds 2000. Het item werd verder benadrukt als één van de drie specifieke objectieven van het Cultuurprogramma 2007-2013, als een middel om de Europese Culturele zone te beklemtonen en een actief Europees burgerschap aan te moedigen. Ook binnen de ‘Europese Agenda voor Cultuur’ neemt mobiliteit een prominente plaats in. Deze agenda is het eerste overkoepelende beleidskader voor cultuur. In het kader van het werkplan dat aan deze agenda gekoppeld is, worden enkele thematische OMC-groepen (Open Methode van Coördinatie) opgericht waarin experten uit de verschillende lidstaten goede praktijken kunnen uitwisselen en tot beleidsaanbevelingen kunnen komen (zowel voor het nationale als voor het Europese niveau).

In 2011 gingen vier groepen van start:

  1. Rol van publieke artistieke en culturele instellingen bij het bevorderen van betere toegankelijkheid van een bredere participatie in cultuur.
  2. Culturele en Creatieve industrie (CCI).
  3. Steunprogramma's voor mobiliteit van culturele professionals. Op basis van de studie Mobility Matters van 2008 analyseren en evalueren deskundigen de bestaande programma's en plannen ter ondersteuning van mobiliteit, met het oog op een inventarisatie van de beletsels en problemen die met name kleine ondernemers en jonge artiesten en beoefenaars van culturele beroepen ondervinden. Ze inventariseren tevens goede praktijken om die problemen en beletsels te overwinnen.
    Output: bevindingen van de analyse; inventaris van beletsels en van goede praktijken.
  4. Mobiliteit van collecties. Bestudering van de manieren van en middelen voor het vereenvoudigen van het uitlenen en lenen: deskundigen geven aan wat de goede handelwijzen zijn in verband met alle ter zake doende vragen in de context van de mobiliteit van collecties.
    Output:  instrumentarium inzake de werking van overheidsgaranties (met richtsnoeren voor goede praktijken, modellen en "gebruikershandleidingen"). Gids met goede praktijken voor nationale overheidsinstanties voor de overige ter zake doende vragen.

Voor de periode 2012-2013 zullen er nog groepen komen met focus op interculturaliteit, culturele vaardigheden, internationalisering CCI, financiële instrumenten voor CCI, creatieve partnerschappen en artiestenresidenties.

Het agentschap Kunsten en Erfgoed is betrokken bij twee van deze werkgroepen, namelijk mobiliteit van culturele professionals en Mobiliteit van collecties.

 

Expert group on Mobility Information Systems

In 2011 werd er door de Europese Commissie een groep van experten samengesteld die als doel had om een standaard te ontwikkelen voor ‘Mobility Information Systems’. Deze standaard bouwt verder op het werk van de OMC-werkgroep ‘mobility of culture professionals’, die eind 2010 haar eindrapport afleverde. In 2011 kwam de expertengroep, waarvan ook Kunsten en Erfgoed deel uitmaakte, 4 keer bijeen in dit kader. Eind 2011 werd een gedetailleerd voorstel aan de Europese Cultural Affairs Committee voorgelegd.

 

Europeana

Het agentschap was in 2011 betrokken in de stuur- en gebruikersgroep van Archipel en Vlaanderen In Beeld, twee onderzoeken die een directe bijdrage zullen leveren aan het op te richten Vlaams Instituut voor het Audiovisueel Archief.

Het Europeana Vlaanderen Overlegplatform legde ook in 2011 de nadruk op informatie-uitwisseling over de Europese subsidiemogelijkheden voor Europeana-gerelateerde projecten (binnen CIP ICT-PSP). In samenwerking met het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (als nationaal contactpunt voor dit programma) werd op 16/3 een interactieve sessie georganiseerd waar projectaanvragen die in voorbereiding waren,  besproken en geadviseerd werden. Mede op deze manier kon er op een succesvolle manier ingespeeld worden op de vijfde oproep van het CIP ICT-PSP, waarbinnen de  Europese Commissie verschillende projectvoorstellen selecteerde waaraan Vlaamse partners participeren: Europea Inside, Partage Plus, Europeana Awareness en Europeana Fashion.

Het agentschap vaardigde een ad hoc reglementering uit om tussen te komen in de eigen inbreng (=matching funds) die organisaties in het kader van dergelijke Europese projecten moeten voorzien. Het ModeMuseum Provincie Antwerpen en Designmuseum Gent dienden respectievelijk voor Europeana Fashion en Partage Plus een aanvraag bij het agentschap in voor de ondersteuning van hun eigen inbreng (matching funds) in deze projecten. Beide aanvragen worden gehonoreerd met een subsidie van 56.906 euro (jaarlijks in 2012, 2013 en 2014 18.968,7 euro) voor het ModeMuseum Provincie Antwerpen) en 15.426 euro (jaarlijks in 2012 en 2013 7.713 euro ) voor het Design Museum Gent.

Daarnaast is het agentschap ook op Europees niveau actief. De CCPA (huidige naam: Europeana Network) is een nieuw orgaan dat de verhoudingen in het ‘Europese digitale ecosysteem’ verder zal uitwerken (relaties tussen Europeana, aggregatoren, cultureel-erfgoedorganisaties,  lidstaten, commerciële sector, …). Het agentschap was in 2011 nauw betrokken bij het verder uittekenen van dit proces. Naast teleconferenties en extensief mailverkeer betrof dit bijeenkomsten van CCPA/Europeana Board (op 28/2-1/3 en 24-25/10 te Den Haag), een bijeenkomst van de CCPA-werkgroep ‘user engagement’ (op 22/3 te Parijs), een bijeenkomst van de CCPA-kernwerkgroepen (op 7-8/6 te Birmingham), een CCPA-officers meeting ( op 6-7/9 te Frankfurt) en de plenaire CCPA-bijeenkomst (op 6/12 te Rotterdam).

Vanuit deze betrokkenheid is het mogelijk om aandachtspunten bij dit Europese proces aan te brengen en Vlaamse initiatieven, organisaties en projecten zo goed mogelijk te betrekken. In 2011 is echter gebleken dat er een evenwicht gezocht moet worden tussen de belangen van de cultureel-erfgoedorganisaties en innovatie in functie van creatieve industrie. De implementatie van de Digitale Agenda voor Europa (waarin Europeana een instrument is) moet met andere woorden gefaciliteerd worden. Dit werd bijvoorbeeld in 2011 geaccentueerd door de nieuwe Data Exchange Agreements, het juridische raamwerk voor metadata waarmee ook commercieel gebruik toegelaten werd. Dit vormde de aanleiding tot overleg en dit zowel op Europees als Vlaams niveau.

 

Toolquiz

De Toolquiz interregionale verspreidingsconferentie op 8 en 9 december 2011 in Brussel bracht experts, professionelen en Europese en internationale beleidsmakers die betrokken zijn bij de culturele en creatieve sector samen. Tijdens deze conferentie werden de resultaten van de eerste fase van het project voorgesteld. Ook een aantal goede praktijkvoorbeelden die in het Toolquiz-project van bij het begin geïntegreerd zijn, konden zichzelf voorstellen.

Dit sleutelevenement op Europees niveau vormde het sluitstuk van een reeks interregionale conferenties die overal in Europa werden georganiseerd tussen december 2010 en juni 2011.

Deze interregionale evenementen die de door het project aangebrachte thema's "Cultuur, Ontwikkeling en Menselijk Kapitaal" behandelden, vonden plaats in de verschillende partner-regio’s en legden de specifieke klemtoon op thema's, zoals:

  • Digitale cultuur en de transformatie van de sociale ruimte, georganiseerd in Stavanger in Rogaland
  • Publiek-private partnerschappen: vaardigheden om de kunsteconomie te doen groeien, georganiseerd in Caernarfon in Wales
  • Creatieve en ondernemende jongeren: investeren in de toekomst van jongeren via de creatieve en culturele sector, georganiseerd in Cuenca in Castillië – La Mancha
  • De rol van kunst en cultuur in de stedelijke en regionale ontwikkeling, georganiseerd in Katowice in Silezië.

Toolquiz wordt gecofinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie via het INTERREG IVC-programma voor interregionale samenwerking. Het project loopt van 1 januari 2010 tot 31 december 2012 en is een samenwerking van 7 regio’s:

  • Vlaanderen
  • De Federatie Wallonië – Brussel
  • Rogaland, Noorwegen
  • Silezië, Polen
  • Wales
  • Castillia – La Mancha
  • Nord – Pas de Calais.

Ook twee universiteiten werken mee:

  • Bangor University (Wales)
  • l’ Università di Venezia.

Tijdens de partnervergadering van september 2011 werd beslist om bij het Technisch Bureau van het Interreg IVc programma een aanvraag in te dienen om het Dr Guislain museum als volwaardige partner op te nemen met een eigen budget. Ook als volwaardige partner blijft het Dr Guislain museum in het verder verloop van het Toolquiz-project in 2012 het goede voorbeeldproject van de Vlaamse Gemeenschap.

 

Europees erfgoedlabel

Na vele verschuivingen en besprekingen door de Raad van de Cultuurministers, en terugkoppelingen naar de nationale permanente vertegenwoordigingen keurde het Europees Parlement op 16 november 2011, tijdens het Poolse voorzitterschap, de tekst voor een Europese actie voor het Europees Erfgoedlabel goed.

Het initiatief voor een Europees erfgoedlabel werd een feit. In 2006 hadden al een aantal landen van het intergouvernementeel initiatief sites voor labelling aangeduid. In België waren dat er vier (Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Duitstalige gemeenschap).

De Europese actie legt de criteria vast waaraan de ‘sites’ (roerend, onroerend, immaterieel) moeten voldoen om het label te verkrijgen. Een jury van experten zal over de kandidaturen oordelen en een advies uitbrengen aan de Europese Commissie over welke sites een label zullen ontvangen.

De Europese actie start in 2013 met een oproep naar de landen van de Europese Unie die nog geen sites met het Europees Erfgoedlabel hebben. In 2014 mogen de landen met een Europees Erfgoedlabel hun sites opnieuw voorstellen voor het nieuwe label. Vanaf 2015 wordt de Europese actie opengesteld voor alle 27 landen.

 

EU-reflectiegroep

Op het einde van de Europese conferentie "Erfgoed: een meerwaarde voor Europa. De voordelen van interacties” op 9 december 2010 werd aan de aanwezigen een intentieverklaring uitgedeeld. Daarin werd het engagement genomen om in 2011 verschillende stappen te ondernemen in de uitwerking van een dergelijk plan met expliciete aandacht voor het oprichten van een Europees platform. Er wordt hiervoor een internationale denkgroep samengesteld.

Die internationale denkgroep, de reflectiegroep genaamd, is in de loop van 2011 tweemaal samengekomenop 24 en 25 februari 2011 en 20 september 2011. Op 24 november 2011 kwam een vergadering bijeen van vertegenwoordigers van de Reflectiegroep, het EHLF (European Heritage Legal Forum) en het EAC (European Archaeological Council). Die laatste vergadering bestudeerde de mogelijkheden van synergie tussen de verschillende Europese organisaties die elk een aspect van het erfgoed bewaken.

De interacties tussen de Europese beleidsmakers en –uitvoerders enerzijds en het erfgoedveld anderzijds blijkt heel moeilijk te zijn. De interesse van de Europese politici en beleidsmensen is zeer klein. Het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie vermeldt het erfgoed niet.

De derde vergadering van de internationale Reflectiegroep is voorzien voor 21 en 22 februari 2012 in Warschau.